‘Een antieke pomp is als het mooiste meisje uit de kroeg’ | TankPro.nl

2022-05-14 04:13:51 By : Ms. Jojo Hou

In de Verenigde Staten is het verzamelen van oude benzinepompen een veelvoorkomende liefhebberij. Er verschijnen daar jaarlijks talloze boeken en tijdschriften over dit onderwerp en er worden speciale beurzen voor georganiseerd. Nederland kent slechts enkele verzamelaars. Een daarvan is Jan Wijnakker uit het Brabantse dorpje Zeeland.

Het garagebedrijf van zijn vader was aan de voorkant voorzien van een tankstationnetje. Toch ligt daar niet de oorsprong van zijn fascinatie voor antieke benzinepompen. Om zijn spaarvarken te vullen mocht Wijnakker in zijn jeugd de oude kapotte onderdelen en radiateurs uit de werkplaats van zijn vader verkopen aan de oud-ijzerboer. Op een dag ziet kleine Jan op het vrachtwagentje van de ijzerboer twee oude en verroeste benzinepompjes liggen. In plaats van geld vraagt kleine Jan om die twee oude verroeste pompjes. Een levenslange hobby wordt geboren. Eentje die hem beroepshalve in de glitter & glamouromgeving zal brengen van de Nederlandse filmwereld.

“Aan zo’n oud pompje kon ik als klein jongetje zonder schade aan te richten ongebreideld knutselen. Het mechaniek weer laten werken, maar ook het plaatwerk aan de buitenkant weer netjes maken en spuiten. En dan komt er nog eens een pompje bij en nog een. Je wordt zo vanzelf handig in het restaureren. Later ging ik wel eens met mijn vader mee naar de VS om klassieke auto’s te kopen. Ik ging daar dan meteen op zoek naar oude pompen. Die konden dan gratis mee in dezelfde container. Mijn vader begreep mijn passie niet altijd; wat moet je toch met die ouwe rommel jongen!”

Inmiddels heeft Wijnakker tussen de 75 en 100 antieke pompen in verschillende staat van restauratie. Ze staan willekeurig verspreid in twee loodsen tussen de klassieke auto’s, die hij verhuurt voor film en tv-series. Sommige antieke exemplaren staan te pronken in nieuwstaat, andere pompen ontlenen hun charme juist aan hun rauwe ongerestaureerde voorkomen met alle sporen die de tand des tijds heeft achtergelaten.

(Het artikel gaat verder onder de foto)

De oudste pomp uit de collectie van Wijnakker betreft een exemplaar uit 1910. De automobiliteit stond toen nog in de kinderschoenen. Met dit eenvoudige apparaat pompte men handmatig de benzine uit het vat omhoog naar een aftapkraantje. Daar hield men een schenkkan onder. Zo werd de benzine liter voor liter naar die eerste automobielen en motorfietsen overgeheveld. Knap omslachtig. Dus werden al snel exemplaren ontwikkeld die de benzine rechtstreeks in het voertuig konden pompen. Het nadeel was echter dat de consument totaal geen zicht meer had op de hoeveelheid brandstof die in zijn auto werd gepompt. Om oplichterij te voorkomen werden de pompen vervolgens voorzien van één of meerdere glazen cilinders. Die werden handmatig, en duidelijk zichtbaar, eerst gevuld. Daarna kon de consument met eigen ogen zien hoe met behulp van de zwaartekracht de inhoud van de glazen cilinder werd geleegd in de tank van zijn auto.

“Het systeem van het mechanisch omhoog pompen van de brandstof om daarna de zwaartekracht haar werk te laten doen bepaalde decennialang de vorm van alle benzinepompen. Tot ver in de jaren vijftig zijn ze allemaal minimaal manshoog. In ieder geval hoger dan de tank van de auto.”

”In de jaren zestig komt dan de elektrisch aangedreven pomp op. Toch behouden ze nog een speciale voorziening zodat ze in geval van stroomuitval met een ijzeren slinger ook handmatig kunnen worden bediend. Tot ver in de jaren tachtig zag je trouwens nog altijd dat beroemde kijkglas met een radje erin. Tijdens het tanken draaide dat radje in het kijkglas hard rond als bewijs dat er echt benzine in de tank werd gepompt.”

“Pompen uit de jaren zestig zijn het meest gewild bij verzamelaars. Ik denk omdat ze handzamer zijn qua formaat en tegelijkertijd die mooie nostalgische rondingen bezitten. In de jaren zeventig komen de roestvrijstalen vierkante dozen.  Zoals wij vroeger thuis hadden staan. Daar houdt mijn belangstelling op.”

“Mijn mooiste? Ik denk toch een National Simplex uit de jaren twintig. Ik zag deze ooit op een foto in een Amerikaans boek. Toen maakte dat op mij al een uitwisbare indruk. Het is zoiets als een café binnenkomen en op slag verliefd worden op het leukste meisje uit de kroeg. Jaren nadien waren mijn vader en ik in alle vroegte al aanwezig op een Amerikaanse automobilia-beurs. Bij een van de kraampjes ontwaar ik een brok roest en ik zag onmiddellijk; dat is ‘m! Een National Simplex met die schitterende gietijzeren hendels om het aantal gewenste gallons mee in te stellen. En natuurlijk met die schitterende wijzerplaat.”

(Het artikel gaat verder onder de foto)

”Ik ben bij die stand blijven zitten totdat de verkoper eindelijk op kwam dagen. Mijn vader zei nog; koop dat ding op het einde van de beurs, dan is ie vast veel goedkoper. Ik verzette echter geen stap totdat ik hem had! Toen ik de pomp twee dagen later kwam ophalen, bood de verkoper mij 1000 dollar als ik hem niet zou nemen. Hij had op die beurs uitsluitend hogere biedingen gekregen. Heb ik uiteraard niet gedaan! Maar kennelijk was ik niet de enige die op slag verliefd geworden was.”

Wijnakker nam het bedrijf over van zijn vader. Gespecialiseerd in occasions, onderhoud en de verhuur van trouwauto’s. “Op een dag belde er een filmproducent. Voor het maken van een commercial zocht hij twee nostalgische benzinepompen voor in de set. Die had ik wel staan. Dat was mijn eerste contact met de filmwereld. Later kwam diezelfde producent hier op bezoek. Toen zag hij behalve mijn verzameling antieke benzinepompen ook de enorme verzameling auto’s die mijn vader heeft opgebouwd. Zo begon ik klassieke auto’s te leveren voor allerlei filmproducties. Deze filmindustrie vormt nu mijn belangrijkste bron van inkomsten. De rest heb ik afgestoten. Inmiddels bouw ik speciale camera-auto’s en radiografisch bestuurde voertuigen voor stuntwerk en dergelijke. En ik lever nog steeds af en toe een paar oude benzinepompen inderdaad!” 

Dit artikel is verschenen in TankPro Magazine nummer 6. Wil je hét vakblad voor de tankstationsector voortaan in de brievenbus? Sluit dan direct een abonnement af en ontvang het blad 6x per jaar. 

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Meld je gratis aan en ontvang wekelijks het laatste nieuws direct per e-mail.

In de Verenigde Staten is het verzamelen van oude benzinepompen een veelvoorkomende liefhebberij. Er verschijnen daar jaarlijks talloze boeken en tijdschriften over dit onderwerp en er worden speciale beurzen voor georganiseerd. Nederland kent slechts enkele verzamelaars. Een daarvan is Jan Wijnakker uit het Brabantse dorpje Zeeland.

Het garagebedrijf van zijn vader was aan de voorkant voorzien van een tankstationnetje. Toch ligt daar niet de oorsprong van zijn fascinatie voor antieke benzinepompen. Om zijn spaarvarken te vullen mocht Wijnakker in zijn jeugd de oude kapotte onderdelen en radiateurs uit de werkplaats van zijn vader verkopen aan de oud-ijzerboer. Op een dag ziet kleine Jan op het vrachtwagentje van de ijzerboer twee oude en verroeste benzinepompjes liggen. In plaats van geld vraagt kleine Jan om die twee oude verroeste pompjes. Een levenslange hobby wordt geboren. Eentje die hem beroepshalve in de glitter & glamouromgeving zal brengen van de Nederlandse filmwereld.

“Aan zo’n oud pompje kon ik als klein jongetje zonder schade aan te richten ongebreideld knutselen. Het mechaniek weer laten werken, maar ook het plaatwerk aan de buitenkant weer netjes maken en spuiten. En dan komt er nog eens een pompje bij en nog een. Je wordt zo vanzelf handig in het restaureren. Later ging ik wel eens met mijn vader mee naar de VS om klassieke auto’s te kopen. Ik ging daar dan meteen op zoek naar oude pompen. Die konden dan gratis mee in dezelfde container. Mijn vader begreep mijn passie niet altijd; wat moet je toch met die ouwe rommel jongen!”

Inmiddels heeft Wijnakker tussen de 75 en 100 antieke pompen in verschillende staat van restauratie. Ze staan willekeurig verspreid in twee loodsen tussen de klassieke auto’s, die hij verhuurt voor film en tv-series. Sommige antieke exemplaren staan te pronken in nieuwstaat, andere pompen ontlenen hun charme juist aan hun rauwe ongerestaureerde voorkomen met alle sporen die de tand des tijds heeft achtergelaten.

(Het artikel gaat verder onder de foto)

De oudste pomp uit de collectie van Wijnakker betreft een exemplaar uit 1910. De automobiliteit stond toen nog in de kinderschoenen. Met dit eenvoudige apparaat pompte men handmatig de benzine uit het vat omhoog naar een aftapkraantje. Daar hield men een schenkkan onder. Zo werd de benzine liter voor liter naar die eerste automobielen en motorfietsen overgeheveld. Knap omslachtig. Dus werden al snel exemplaren ontwikkeld die de benzine rechtstreeks in het voertuig konden pompen. Het nadeel was echter dat de consument totaal geen zicht meer had op de hoeveelheid brandstof die in zijn auto werd gepompt. Om oplichterij te voorkomen werden de pompen vervolgens voorzien van één of meerdere glazen cilinders. Die werden handmatig, en duidelijk zichtbaar, eerst gevuld. Daarna kon de consument met eigen ogen zien hoe met behulp van de zwaartekracht de inhoud van de glazen cilinder werd geleegd in de tank van zijn auto.

“Het systeem van het mechanisch omhoog pompen van de brandstof om daarna de zwaartekracht haar werk te laten doen bepaalde decennialang de vorm van alle benzinepompen. Tot ver in de jaren vijftig zijn ze allemaal minimaal manshoog. In ieder geval hoger dan de tank van de auto.”

”In de jaren zestig komt dan de elektrisch aangedreven pomp op. Toch behouden ze nog een speciale voorziening zodat ze in geval van stroomuitval met een ijzeren slinger ook handmatig kunnen worden bediend. Tot ver in de jaren tachtig zag je trouwens nog altijd dat beroemde kijkglas met een radje erin. Tijdens het tanken draaide dat radje in het kijkglas hard rond als bewijs dat er echt benzine in de tank werd gepompt.”

“Pompen uit de jaren zestig zijn het meest gewild bij verzamelaars. Ik denk omdat ze handzamer zijn qua formaat en tegelijkertijd die mooie nostalgische rondingen bezitten. In de jaren zeventig komen de roestvrijstalen vierkante dozen.  Zoals wij vroeger thuis hadden staan. Daar houdt mijn belangstelling op.”

“Mijn mooiste? Ik denk toch een National Simplex uit de jaren twintig. Ik zag deze ooit op een foto in een Amerikaans boek. Toen maakte dat op mij al een uitwisbare indruk. Het is zoiets als een café binnenkomen en op slag verliefd worden op het leukste meisje uit de kroeg. Jaren nadien waren mijn vader en ik in alle vroegte al aanwezig op een Amerikaanse automobilia-beurs. Bij een van de kraampjes ontwaar ik een brok roest en ik zag onmiddellijk; dat is ‘m! Een National Simplex met die schitterende gietijzeren hendels om het aantal gewenste gallons mee in te stellen. En natuurlijk met die schitterende wijzerplaat.”

(Het artikel gaat verder onder de foto)

”Ik ben bij die stand blijven zitten totdat de verkoper eindelijk op kwam dagen. Mijn vader zei nog; koop dat ding op het einde van de beurs, dan is ie vast veel goedkoper. Ik verzette echter geen stap totdat ik hem had! Toen ik de pomp twee dagen later kwam ophalen, bood de verkoper mij 1000 dollar als ik hem niet zou nemen. Hij had op die beurs uitsluitend hogere biedingen gekregen. Heb ik uiteraard niet gedaan! Maar kennelijk was ik niet de enige die op slag verliefd geworden was.”

Wijnakker nam het bedrijf over van zijn vader. Gespecialiseerd in occasions, onderhoud en de verhuur van trouwauto’s. “Op een dag belde er een filmproducent. Voor het maken van een commercial zocht hij twee nostalgische benzinepompen voor in de set. Die had ik wel staan. Dat was mijn eerste contact met de filmwereld. Later kwam diezelfde producent hier op bezoek. Toen zag hij behalve mijn verzameling antieke benzinepompen ook de enorme verzameling auto’s die mijn vader heeft opgebouwd. Zo begon ik klassieke auto’s te leveren voor allerlei filmproducties. Deze filmindustrie vormt nu mijn belangrijkste bron van inkomsten. De rest heb ik afgestoten. Inmiddels bouw ik speciale camera-auto’s en radiografisch bestuurde voertuigen voor stuntwerk en dergelijke. En ik lever nog steeds af en toe een paar oude benzinepompen inderdaad!” 

Dit artikel is verschenen in TankPro Magazine nummer 6. Wil je hét vakblad voor de tankstationsector voortaan in de brievenbus? Sluit dan direct een abonnement af en ontvang het blad 6x per jaar. 

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Meld je gratis aan en ontvang wekelijks het laatste nieuws direct per e-mail.