Erfgoed van de Week | Met een pantoffel Maria te lijf - Gemeente Amsterdam

2022-03-18 05:46:12 By : Mr. Daniel Sun

Deze browser wordt niet meer ondersteund. Gebruik een recente versie van Edge, Chrome of Firefox.

Deze week is het 450 jaar geleden dat de Beeldenstorm in Amsterdam losbarstte, op 23 augustus 1566. Fanatieke aanhangers van het protestantisme drongen de kerken binnen, die op dat moment alle nog waren voorbehouden aan de rooms-katholieke eredienst. Zij vernielden altaarstukken, muurschilderingen, heiligenbeelden en liturgische gebruiksvoorwerpen, volgens hen uitingen van een ontaarde godsdienst. Gelukkig hebben de beeldenstormers enkele van de mooiste kunstwerken die Amsterdam in deze tijd rijk was ontzien: de gebrandschilderde ramen (glazen) van de Mariakapel in de Oude Kerk.

Links: de Mariakapel in de Oude Kerk. Rechts: de Beeldenstorm in de Oude Kerk. | Tekening links: H.P. Schouten (1786), prent rechts: J. Buys, C. Bogerts, R. Vinkeles (ca. 1790), beide via beeldbank Stadsarchief Amsterdam (010001000564 en 010097007251).

De Beeldenstorm sloeg over uit Vlaanderen, waar op 10 augustus 1566 in het stadje Steenvoorde mensen, die een kennelijk nogal opruiende protestantse hagenpreek hadden bijgewoond, heiligenbeelden begonnen kapot te slaan in een klooster. Het vuurtje breidde zich razendsnel uit naar andere plaatsen en tot in Amsterdam raakten de rooms-katholieke regenten gealarmeerd. Amsterdam was een van de steden in Holland die het langste trouw bleven aan de Spaanse koning, maar protestanten vormden er een steeds machtiger wordende minderheid. Op 23 augustus 1566 droegen de burgemeesters de Amsterdamse clerus op om uit voorzorg zoveel mogelijk kerkschatten in veiligheid te brengen, waarop zich bij de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk mensenmenigten verzamelden. De aanwezigen waren deels belust op sensatie, maar enkelen waren bereid om tot actie over te gaan. Op het moment dat in de Oude Kerk, toen ook nog de Sint Nicolaaskerk geheten, de doop van een kind een aanvang zou nemen, sloeg de vlam in de pan. Jongens begonnen met stenen te gooien naar met kostbare kunstwerken getooide altaren, en de notarisdochter Weyn Adriaen Ockersdr. smeet in een opwelling haar pantoffel naar een houten Mariabeeld. Met geweerschoten dwongen de schout en zijn rakkers de menigte de kerk te verlaten, waarna het de schutterij nog veel overredingskracht kostte om het kerkplein geweldloos te ontruimen. De schade aan het interieur van de Oude Kerk was groot en het gebouw werd voorlopig gesloten. Een maand later, op 25 september, waren de Nieuwe Kerk en het Minderbroederklooster op de Kloveniersburgwal het doelwit van de beeldenstormers. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de protestanten de Minderbroederskerk kregen toegewezen voor het houden van diensten. Niet voor lang, want het jaar daarop betrok de beruchte hertog van Alva het geplunderde klooster. Hij plaatste de Minderbroeders aan het hoofd van de kettervervolging in Amsterdam en daagde de deelnemers aan de onlusten van augustus en september 1566 voor de Bloedraad. Aldus moest Weyn Adriaen Ockersdr. haar impulsieve daad bekopen met de doodstraf door verdrinking in een wijnvat.

Gebrandschilderde ramen met scènes uit het leven van Maria. Links: de accunciatie en de visitatie. Midden: de aanbidding van de herders. Rechts: het sterfbed van Maria. | Foto’s: Paul van Galen, via beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (533.287, 533.284 en 533.288).

Het zou vervolgens nog tot 1578 duren tot in Amsterdam de Alteratie plaatsvond, de overgang van het stadsbestuur naar het protestantisme. Die betekende de definitieve afrekening met de kerkelijke kunstwerken die de Beeldenstorm hadden overleefd. De huidige aanblik van het interieur van de Oude Kerk, een overwegend lege ruimte met witte muren, dateert van die tijd. Toch heeft 1 buitengewoon belangrijk onderdeel van de oorspronkelijke decoratie van de kerk de vernielzucht van de beeldenstormers en de verdere onttakeling na de Alteratie overleefd: de Mariakapel in het noordelijke zijschip van het koor bezit nog 3 prachtige gebrandschilderde glas-in-loodramen uit 1555, die behoren tot de mooiste die er in die periode in de Nederlanden gemaakt zijn.

Het ontwerp van de 2 glazen aan de noordzijde van de kapel wordt toegeschreven aan de in Amersfoort geboren en in Antwerpen werkzame architect en schilder Lambert van Noort (ca. 1520-ca. 1570). De uitvoering lag bij de glazenier Digman Meynaertsz, eveneens woonachtig in Antwerpen. De weergegeven gebeurtenissen spelen zich af in een grandioos architectonisch decor van Korintische zuilen en pilasters, zware kroonlijsten, bogen en tongewelven met cassettenplafonds. De voorstellingen betreffen scènes uit het leven van Maria, de moeder van Jezus. Het linker raam toont de aankondiging door de engel aan Maria van de geboorte van haar zoon en de ontmoeting tussen Maria en haar nicht Elisabeth, die zwanger is van de toekomstige Johannes de Doper. Onder deze taferelen zijn diverse heiligen afgebeeld, alsmede de man die voor de ramen betaald had, burgemeester Jan Claesz van Hoppen II. Deze is links onderaan knielend weergegeven. Zijn echtgenote knielt rechts, samen met hun beide dochters. Helemaal bovenin de ramen prijken familiewapens en het wapen van Amsterdam. Het jaartal 1555 is te vinden in de tekstband die tussen de heilige gebeurtenissen boven en de opdrachtgevers beneden is aangebracht.

Het rechter raam, dat een vergelijkbare indrukwekkende architectonische setting laat zien, bevat slechts 1 scène uit het leven van de Heilige Maagd: van links naderen vol ontzag de herders, die van een engel het nieuws hebben vernomen dat in een stal een bijzonder kind is geboren. De in een kribbe gelegen Jezus wordt vergezeld door zijn moeder Maria, vader Jozef en een os en ezel. Onder het tafereel zijn wederom heiligen afgebeeld, in dit geval de beschermheiligen van de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk. Verder is hier prominent het wapen van Amsterdam aangebracht. Het was in dit geval namelijk niet een particuliere schenker die het raam had bekostigd, maar het op dat moment nog volledig rooms-katholieke stadsbestuur van Amsterdam. Een bijzondere blijk van loyaliteit aan het Spaanse gezag is de aanwezigheid helemaal bovenaan rechts van het wapen van keizer Karel V, de man die de inquisitie had ingevoerd in de Nederlanden.

Het derde raam, dat is te vinden in de oostelijke muur van de Mariakapel, bevat een weergave van het sterfbed van Maria. Deze gebeurtenis is door de kunstenaar gesitueerd in een eigentijdse patriciërswoning boordevol classicistische architectonische details. Boven de overhuiving van de rijk gedecoreerde bedstede hangt een zwerm musicerende engelen te wachten op het moment dat de ziel van de moeder van Jezus naar de hemel kan worden begeleid. De ontwerper van deze scène is vermoedelijk de glasschilder Dirck Crabeth (ca. 1505-1575), de maker van de wereldberoemde glazen van de Sint Jan in Gouda. De schenkers van het raam, leden van de familie Brunt, zijn knielend afgebeeld in de onderste zone van de compositie. Onder hen zijn ook enkele geestelijken. De schitterende kleuren van dit raam, met diep kobaltblauw en feloranje, zijn karakteristiek voor Crabeth.

De monstrans uit de Oude Kerk wordt tegenwoordig bewaard in de Sankt Nicolaikirche in Kalkar. In 2019 was de monstrans tijdelijk terug in de Oude Kerk. | Foto: Oude Kerk Amsterdam.

Er is een ander belangrijk religieus voorwerp uit de Oude Kerk dat alle stormen van de Reformatie heeft overleefd. Het gaat hier om een zilveren monstrans, een rijkversierde houder voor de heilige hostie, het ronde stukje ongedesemd brood dat tijdens de katholieke eredienst het lichaam van Christus vertegenwoordigt. De bijna een meter hoge monstrans werd in 1549 gemaakt ter vervanging van een gestolen voorganger in opdracht van de brouwer Cornelis Jacobsz Bam (1512-1592). Deze telg uit een patricisch geslacht was in 1566 een van de verdedigers van het Minderbroedersklooster toen dit door de beeldenstormers werd aangevallen. Hij behoorde tevens tot de laatste lichting katholieke burgemeesters van Amsterdam. Na de Alteratie dreigde de door hem geschonken monstrans te worden omgesmolten, maar Bam betaalde losgeld en nam het sacrale voorwerp mee in ballingschap naar het katholieke Duitse Hanzestadje Kalkar in het Rijnland. Daar wordt de monstrans nog altijd bewaard in de Sankt Nicolaikirche, ofwel Sint Nicolaaskerk, in een speciale kapel. In het voorjaar van 2019 was de monstrans voor een tentoonstelling tijdelijk terug in de Oude Kerk, voor even herenigd met de glazen van de Mariakapel.

De Oude Kerk van Amsterdam. | Foto: Doriann Kransberg, beeldbank Stadsarchief Amsterdam (D10082000573).

In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, Twitter @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.

De ramen met eigen ogen bekijken? De Oude Kerk is dagelijks geopend voor bezoek.

Erfgoed van de Week elke week in je mailbox? Abonneer je dan op de nieuwsbrief van de gemeente Amsterdam.

Klik op de foto's voor een vergroting.

De accunciatie en de visitatie. | Foto: Paul van Galen, via beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (533.287).

De aanbidding van de herders. | Foto: Paul van Galen, via beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (533.284).

Het sterfbed van Maria. | Foto: Paul van Galen, via beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (533.288).

Hebt u een vraag en kunt u het antwoord niet vinden op deze website? Neem dan contact met ons op.

Benieuwd wat er allemaal te doen is in de stad? Op Iamsterdam.com vindt u de beste tips op het gebied van cultuur, uitgaan en evenementen.