Van welk brandwerend glas moet ik gebruik maken? - Brandveilig

2022-06-10 21:48:09 By : Ms. vivian liu

Onafhankelijke informatie over brandveiligheid brandpreventie en brandbeveiliging

Welk type brandwerend glas moet ik gebruiken? Dat is een veel voorkomende vraag bij onderhoud en renovatie, maar ook bij nieuwbouwprojecten. De vraag wordt ingegeven door onduidelijk gestelde eisen en de vele variabelen die bij de bouw kunnen optreden. Maar zelfs als de eisen duidelijk zijn, heeft de bouwer nog altijd veel keuzes. Bovendien wordt de beslissing voor een bepaald glastype niet altijd ingegeven door de laagste kosten.

Glas wordt op brandwerendheid getest door Notified Bodies: testlaboratoria zoals het Laboratorium voor Brandveiligheid van Peutz. Dit gebeurt volgens diverse normen. De meest voorkomende zijn NEN-EN 1364-1 (brandwerendheid van niet-dragende scheidingswanden), NEN-EN 1364-3 en -4 (brandwerendheid van vliesgevels), NEN-EN 1365-2 (brandwerendheid van daken) en NEN-EN 1634-1 (brandwerendheid van raam- en deurconstructies).

Zoals al blijkt uit de omschrijving is er geen enkele norm die bedoeld is om het glas zelf op brandwerendheid te testen. Alle normen met betrekking tot brandwerendheid, zowel de testnormen als de normen voor het bepalen van het maximale toepassingsgebied (de EN 15269-serie), geven aan  met betrekking tot het testen van constructies met glas dat glaspanelen zelf niet geclassificeerd kunnen worden op brandwerendheid. De brandwerendheidsclassificatie, bijvoorbeeld EI 60 of E 20, heeft betrekking op de hele constructie waarin het glas is getest. Daardoor is het bijvoorbeeld niet mogelijk om glas dat is getest in een niet-dragende scheidingswand, zonder meer te plaatsen in een deurblad. Wel zijn de regels zoals omschreven in de EN 15269-serie voor het wijzigen van de glassamenstelling of de manier waarop het glas is geplaatst, gelijk aan de normen voor niet-dragende scheidingswanden: EN 1364-1 voor het direct toepassingsgebied en EN 15254-4 voor het uitgebreid toepassingsgebied.

De keuze voor het type brandwerend glas is dus afhankelijk van wat er getest is in de constructie die je wilt toepassen. De norm NEN-EN 1634-1 beschrijft welke toepassingen mogelijk zijn aan de hand van een uitgevoerde test – dit is het directe toepassingsgebied, ook wel Diap genoemd. Met deze test en eventueel andere testen met dezelfde deur of hetzelfde raam in een andere configuratie, is met de normenserie NEN-EN 15269 het uitgebreide toepassingsgebied te bepalen. In dit uitgebreide toepassingsgebied – ook wel Exap genoemd – staan de mogelijkheden omschreven voor onder andere de afmetingen, het type glas, en de te gebruiken kitten en banden. Verder zijn er per land nog mogelijkheden om gelijkwaardige oplossingen te bedenken. Deze worden aangegeven in deskundigenverklaringen en moeten worden goedgekeurd door de vergunningverlenende instantie van de betreffende veiligheidsregio waar het gebouw wordt neergezet. In een deskundigenverklaring staan mogelijkheden die volgens het testinstituut of het adviesbureau tot vergelijkbare testresultaten leiden, gebaseerd op onderliggende brandwerende testen. Hierbij is het niet mogelijk om de testresultaten van een bepaald type brandwerend glas te gebruiken voor een ander type van een andere fabrikant.

Het is volgens de normen niet toegestaan om brandwerend glas van andere fabrikanten toe te passen, ook al is het vergelijkbaar. De achtergrond hiervan is tweeledig:

Specifiek voor brandwerend glas in draaidelen en in de zij- en bovenlichten zijn er enkele specifieke regels waar niet altijd aan wordt gedacht.

Een constructie met glas is dus onlosmakelijk verbonden met de geteste constructieve samenstelling en de mogelijkheden die de normen bieden voor eventuele wijzigingen. Als er in de praktijk nieuw glas in bijvoorbeeld een brandwerende deur of een brandwerend raam geplaatst moet worden, bijvoorbeeld door breuk, moet dus altijd het originele classificatierapport of de deskundigenverklaring bekeken worden voor het juiste type glas, de bandjes en de glaslatten.

Als hiervan wordt afgeweken, voldoet de deur of het raam niet meer aan de normen. Niet alleen op papier: het is ook goed mogelijk dat de wijzigingen zodanig zijn dat de deur of het raam niet meer voldoende brandwerend is. In het Laboratorium voor Brandveiligheid van Peutz zijn verschillende malen dergelijke situaties getest. En wat blijkt dan regelmatig? Als de voorschriften van de glasproducent niet goed zijn opgevolgd, slaag je niet voor de test. Aan de andere kant zien we ook dat er vaak meer mogelijk is dan de normen toelaten. Maar voordat daarvan afgeweken kan worden, zal er wel testbewijs moeten worden geleverd.

De hiervoor genoemde voorbeelden betreffen de situatie waarin een aannemer een constructie met glas gaat plaatsen of glas gaat vervangen. Maar welk glas moet een deurenfabrikant of vliesgevelfabrikant nu kiezen? Hierbij zal de leverancier goed moeten nadenken over het gewenste toepassingsgebied. Bijvoorbeeld: wordt het product alleen in Nederland gebruikt of in heel Europa? Wordt het alleen in heel specifieke situaties toegepast waarbij het vuur altijd van één zijde komt of is het juist tweezijdig? Gaat het om grote of juist kleine vlakken? Is de snelheid van levering van belang?

Om een juiste keuze te maken, is het goed om te weten welke brandwerende glastypen er op de markt verkrijgbaar zijn. Globaal gezien zijn er zes verschillende typen met verschillende eigenschappen. De leverancier kan altijd helpen met de juiste keuze voor een bepaald product en weet ook of het glas geschikt is voor toepassing buiten in isolatieglas, binnen als enkelglas, in combinatie met doorvalveiligheid en inbraakwerendheid enzovoorts.

Globaal gezien zijn er zes soorten brandwerend glas:

In het algemeen geldt voor brandwerende glasproducten dat ze bestaan uit meerdere lagen of dat ze geproduceerd zijn met thermisch gehard glas, met uitzondering van het spiegeldraadglas. Hoe meer lagen in het glas, hoe grotere dikteverschillen in het glas kunnen voorkomen wat het doorzicht kan verstoren. Bij gebruik van dikkere gellagen en in combinatie met gehard glas kan dat effect nog worden versterkt. Daarnaast zijn de meeste van deze producten niet bestand tegen temperaturen boven de 40 tot 50 °C, en een aantal zal moeten worden beschermd tegen de inwerking van UV-licht om reactie van de gel of verkleuring te voorkomen. Bij de keuze van brandwerend glas moet dus worden nagedacht over de toepassing, over wat al is getest, maar ook over duurzaamheids- en esthetische eisen. Het is belangrijk om dit vroegtijdig kenbaar te maken aan de producent van het brandwerend glas, zodat zowel de voor- als de nadelen kunnen worden besproken en niemand voor verrassingen komt te staan.

Voor deur- en raamconstructies wordt de brandwerendheid uitgedrukt in de criteria E, EW, EI1 en EI2 met de classificatieduur daarbij vermeld. Meestal gaat het dan om 30 of 60 minuten. Daarnaast kan de term -ef aan de eis worden toegevoegd. De afkorting staat voor external fire, ofwel een buitenbrand. Er wordt verwacht van een buitenbrand dat deze minder heet wordt dan een brand binnen, daarom wordt bij een test de oven getemperd en wordt een zodanig geteste constructie geclassificeerd met de term -ef.

De criteria E, EW en EI staan voor:

Joris van der Vleuten (Peutz)