Door Ben Casselman en Ella Koeze 8 mei 2022De inflatie bevindt zich op het hoogste niveau in vier decennia.Maar hoe je het ervaart, kan sterk variëren, afhankelijk van wat je eet, hoeveel je reist en je andere bestedingspatroon.Beantwoord zeven vragen om uw persoonlijke inflatiepercentage te schatten.Selecteer een antwoord om door te gaan (geen van uw antwoorden wordt opgeslagen).Bovenstaande cijfers zijn afgeleid van de consumentenprijsindex, de bekendste maatstaf voor inflatie.De CPI is gebaseerd op een 'mand met goederen': de prijzen van honderden veelgebruikte goederen en diensten, van koekjes tot auto's tot collegegeld, worden samengevoegd, waarbij elk product wordt geteld in verhouding tot zijn aandeel in de totale uitgaven.Kleding bijvoorbeeld is goed voor ongeveer 2,5 procent van de maandelijkse uitgaven van de gemiddelde Amerikaan, dus kledingprijzen vormen dat aandeel in de index.Maar dat zijn gemiddelden - als u meer dan 2,5 procent van uw budget aan kleding uitgeeft, ziet uw persoonlijke inflatiepercentage er anders uit.De prijzen stijgen nu vrijwel over de hele linie, maar de stijgingen zijn bijzonder snel in sommige categorieën, zoals vlees, auto's en reizen.Mensen die veel uitgeven aan die categorieën ervaren daardoor een veel snellere inflatie.De bovenstaande rekenmachine past uw inflatiepercentage aan op basis van hoeveel meer of minder u aan verschillende producten uitgeeft dan de gemiddelde Amerikaan.Het houdt geen rekening met andere factoren, zoals of u in een duurder deel van het land woont of eerder op zoek bent naar koopjes.Toch onthult het een breed scala aan verschillende ervaringen: op basis van hoe je de bovenstaande vragen hebt beantwoord, zou je een "persoonlijk inflatiepercentage" kunnen hebben van slechts 5 procent of zo hoog als 15 procent.Zelfs een inflatie van 5 procent is hoog volgens de normen van de recente geschiedenis - vóór de pandemie stegen de prijzen in de Verenigde Staten met ongeveer 2 procent per jaar.Maar als het om inflatie gaat, hebben kleine verschillen een grote impact.Met 5 procent verdubbelen de prijzen in ongeveer 15 jaar.Met 7 procent verdubbelen de prijzen in iets meer dan 10 jaar.En met 15 procent verdubbelen de prijzen in slechts vijf jaar.Misschien wel de duidelijkste case study over hoe mensen inflatie anders ervaren, is benzine.De gasprijzen zijn de afgelopen maanden omhooggeschoten, deels omdat de Russische invasie in Oekraïne de wereldwijde energiemarkten opschudde.De prijzen stegen in maart met 48 procent ten opzichte van een jaar eerder, goed voor een vijfde van de stijging van de totale consumentenprijsindex.Maar als u geen auto bezit, of weinig rijdt, dan maakt de benzineprijs u misschien niet zoveel uit, althans niet direct.(U zult niet immuun zijn voor indirecte effecten, zoals hogere prijzen van andere goederen vanwege hogere transportkosten.) Aan de andere kant, als u lang moet pendelen, of als u in een landelijk gebied woont waar zelfs voor routinematige boodschappen lang moet worden gereden afstanden, kan gas een groot deel van uw maandbudget opslokken.Nog een energiegerelateerd voorbeeld: stookolie weegt nauwelijks mee in de totale index omdat de meeste Amerikanen hun huizen niet met olie verwarmen.Maar als u tot de ongeveer 6 procent van de gezinnen behoort die dat wel doen, dan is stookolie een grote kostenpost voor u - en aangezien de kosten voor stookolie het afgelopen jaar met 70 procent zijn gestegen, is uw inflatiepercentage vrijwel zeker veel hoger dan de totale gemiddeld.Nieuwe en gebruikte auto's zijn elk goed voor ongeveer 4 procent van de totale uitgaven van Amerikanen in een typisch jaar - en de prijzen voor beide zijn de laatste tijd omhooggeschoten vanwege verstoringen van de toeleveringsketen en andere problemen.De prijzen van nieuwe auto's zijn het afgelopen jaar met 12,5 procent gestegen en gebruikte auto's zijn met 35 procent zelfs nog gekker gestegen.Als u het afgelopen jaar niet op zoek was naar een auto, dan waren de stijgende autoprijzen niet belangrijk voor u - hun gewicht in uw eigen persoonlijke 'mand met goederen' was nul.En als u onlangs een auto heeft gekocht, is de kans groot dat deze veel meer dan 4 procent van uw uitgaven uitmaakt.In bovenstaande berekeningen gaan we er vanuit dat als je een auto kocht, deze een groot deel van je jaarbudget uitmaakte.Je hebt misschien een interessante wending in de rekenmachine opgemerkt: als je een nieuwe auto kocht (en niet ook een gebruikte), daalde je inflatiepercentage.Dat komt omdat we gebruikte auto's uit uw persoonlijke mandje laten vallen - en de prijzen van gebruikte auto's zijn zo sterk gestegen dat ze een belangrijke factor zijn in de algehele inflatie.Wat de CPI en vergelijkbare inflatie-indexen meten, is hoeveel meer het kost om vandaag een reeks goederen en diensten te kopen dan om dezelfde reeks goederen en diensten een jaar geleden te kopen.Voor veel producten is dat logisch.Je eet waarschijnlijk ongeveer dezelfde hoeveelheid voedsel en draagt ​​ongeveer hetzelfde aantal sokken van het ene jaar op het andere.De meeste gezinnen kopen echter niet elk jaar een auto, wat betekent dat dit soort vergelijking van jaar tot jaar op individueel niveau niet helemaal logisch is.Hetzelfde geldt voor wasmachines, koelkasten of andere dure artikelen.Voor deze producten is het aantoonbaar logischer om over een langere tijd na te denken over inflatie: de prijzen van nieuwe auto's zijn de afgelopen vijf jaar met ongeveer 13 procent gestegen, bijvoorbeeld een gemiddelde jaarlijkse inflatie van ongeveer 2,5 procent.Het is je misschien opgevallen dat er een categorie ontbreekt in de bovenstaande rekenmachine: huisvesting.Voor de meesten van ons zijn de kosten van huisvesting - of het nu gaat om een ​​huurcheque of een hypotheekbetaling - elke maand onze grootste kostenpost.En het is ook het grootste onderdeel van CPI, goed voor ongeveer een derde van de totale index.Maar het berekenen van de woninginflatie is ingewikkeld, vooral voor huiseigenaren.Voor de meeste mensen heeft een huis namelijk twee doelen tegelijk: het is een bron van onderdak en een investering.Investeringen worden echter niet meegenomen in de maatstaven van consumentenprijzen, omdat het geen consumentenbestedingen zijn.(Als u geld op uw pensioenrekening zet, "geeft" u geen geld uit, u spaart het voor de toekomst.)Bij het bepalen van de inflatie houden economen zich bezig met het beschuttingsaspect van het eigenwoningbezit: de 'service' van het bieden van een plek om te wonen.Ze kunnen dat niet direct meten - wanneer u uw hypotheekbetaling doet, maakt u geen onderscheid tussen het "investerings" -gedeelte en het "shelter" -gedeelte - dus meten ze het indirect, door in te schatten wat het zou kosten om te verhuren een soortgelijk huis, een concept dat bekend staat als 'equivalente huur van de eigenaar'."Equivalente huur van de eigenaar" is echter een theoretisch concept.Als we proberen de werkelijke kosten van levensonderhoud van een gezin te begrijpen, is het logischer om naar de werkelijke maandelijkse kosten te kijken.Als u een hypotheek met vaste rente heeft, gaat uw maandelijkse hypotheeklast niet omhoog als de huizenprijzen stijgen.Als u uw huis de afgelopen twee jaar heeft geherfinancierd, zoals miljoenen mensen deden, zijn uw maandelijkse uitgaven mogelijk gedaald, zelfs als u rekening houdt met hogere belastingen of onderhoudskosten.Voor huurders is de situatie iets eenvoudiger.De huurcomponent van CPI is gebaseerd op hoeveel huren in het hele land zijn gestegen of gedaald.Maar huur is zo'n groot deel van het budget van de meeste mensen, en het varieert zo sterk van stad tot stad en zelfs van gebouw tot gebouw, dat een landelijk gemiddelde niet erg goed is om de ervaring van een persoon vast te leggen.Iemand in een huurgecontroleerd appartement in New York City heeft dit jaar misschien slechts een bescheiden huurverhoging meegemaakt, terwijl iemand die een nieuw huurcontract tekent in een marktconform appartement naast de deur een enorme sprong had kunnen maken.De onderstaande grafiek laat zien in hoeverre het totale inflatiepercentage van een huishouden er anders uit zou kunnen hebben gezien, alleen al op basis van de woonsituatie.Voor huiseigenaren gaan we ervan uit dat hun maandelijkse kosten helemaal niet zijn veranderd.Voor huurders maakt het een enorm verschil of ze het afgelopen jaar een nieuw huurcontract hebben moeten tekenen en of ze in New York, Las Vegas of een andere stad wonen waar de huren snel stijgen - met 25 procent of meer voor nieuwe advertenties - of een waar de huurgroei bescheidener is geweest, zoals Dallas of (misschien verrassend) San Francisco.een nieuw huurcontract in aleasen in een stad waarGeschatte inflatiecijfers voor mensen methun uitgaven zijn verder gemiddeld.Huurders met een nieuw huurcontractin een stad waar de huren zijnleasen in een stad waareen nieuw huurcontract in aleasen in een stad waarGeschatte inflatiecijfers voor mensen methun uitgaven zijn verder gemiddeld.Huurders met een nieuw huurcontractin een stad waar de huren zijnleasen in een stad waarEr is veel waar onze rekenmachine geen rekening mee houdt.We gaan ervan uit dat bijvoorbeeld de prijzen voor voedsel en kleding en auto's voor iedereen in hetzelfde tempo stijgen.Maar de prijzen kunnen sterk variëren, afhankelijk van welk product u precies koopt en waar u het koopt.Het Labor Department verzamelt gegevens over de prijs van biefstuk, maar maakt geen onderscheid tussen biologische, met gras gevoerde prime rib en roksteak gekocht op 'manager's special'.Als u kinderen in de kinderopvang of de kleuterschool heeft, zou u misschien verbaasd zijn geweest om uw inflatiepercentage in de rekenmachine te zien dalen.Volgens het ministerie van Arbeid zijn de prijzen voor kinderopvang het afgelopen jaar gemiddeld met 3,6 procent gestegen.Dat is een grote ontbering voor veel gezinnen, gezien de toch al hoge kosten van kinderopvang, maar het is lager dan het algemene tempo van de stijgingen.Maar afhankelijk van waar u woont en of u al dan niet in aanmerking komt voor door de overheid gesubsidieerde programma's zoals Head Start of andere factoren, kunnen uw kosten voor kinderopvang het afgelopen jaar veel meer dan 3,6 procent zijn gestegen.Dat wordt niet vastgelegd in de rekenmachine.Recent onderzoek heeft uitgewezen dat dit soort variatie in prijsveranderingen binnen productcategorieën - tussen verschillende stukken biefstuk of merken wasmiddel of soorten kinderopvang - zelfs belangrijker kan zijn voor inflatieongelijkheid dan verschillen in bestedingspatroon tussen brede categorieën.Binnen de brede gegevens van het Labour Department zijn er aanwijzingen dat armere huishoudens in de jaren voorafgaand aan de pandemie een snellere inflatie hadden dan rijkere huishoudens.En uit onderzoek van de Federal Reserve Bank van San Francisco is gebleken dat inflatie-ongelijkheid - de kloof tussen degenen die de meeste inflatie ervaren en degenen die de minste inflatie ervaren - de neiging heeft te groeien wanneer de prijzen snel stijgen.Inflatie is meestal ook moeilijker voor armere huishoudens omdat ze minder flexibel zijn in hun budgetten, waardoor ze minder ruimte hebben om te bezuinigen op discretionaire uitgaven wanneer de prijzen stijgen.Deze schattingen worden berekend door de wegingen (“relatief belang”) van verschillende bestedingscategorieën in de Consumentenprijsindex aan te passen.De basisgewichten zijn van de CPI voor alle stedelijke consumenten.Aangepaste gewichten zijn gebaseerd op gegevens uit het Consumentenuitgavenonderzoek 2019.(We kozen voor 2019 in plaats van 2020 om de impact van tijdelijke verschuivingen in het bestedingsgedrag tijdens de pandemie te vermijden.) Kopers van nieuwe auto's gaven bijvoorbeeld ongeveer 17 procent van hun jaarlijkse uitgaven aan auto's uit.Alleen de direct relevante categorieën worden aangepast – we proberen geen ander bestedingspatroon af te leiden uit uw antwoorden.Gewichten voor alle andere producten worden proportioneel naar boven of beneden aangepast, maar zijn verder ongewijzigd.Huurberekeningen zijn gebaseerd op huurgegevens uit Appartementenlijst.